Dirk Depoorter
Zondag 17 maart
Vandaag diende zich aan als een iets rustigere dag. Uiteindelijk is het anders gebleken. We zijn projecten gaan bezoeken korter bij Sanyang waardoor de ritten korter waren, maar we zijn veel langer blijven stilstaan bij de projecten die we bezocht hebben. En de vergadering met de VDC heeft een wending genomen die niemand voorzien had.
Banyaka Village en Banyaka Gidda
Eerste bezoek is naar de twee nieuwe waterinstallaties van 2 x 4.000 liter in Banyaka Village en Banyaka Gidda. Om naar daar te rijden passeren we een christelijk dorp, met een school opgericht door de Salizianen van Don Bosco. Indrukwekkende school en een heel ander formaat dan wat wij neerplanten. De weg naar Banyaka is geasfalteerd, wat er op duidt dat dit een groot dorp is. Dit wordt ter plaatste bevestigd: meer dan 250 compounds (heel ruw geschat tussen de 3.000 en 5.000 inwoners) en nog verder aan het uitbreiden. Het dorp grenst ook aan andere dorpen, waardoor de grenzen moeilijk af te bakenen zijn. In elk geval een dorp in volle groei. Maar wel te klein voor Nawec (de nationale watermaatschappij) om hier aanwezig te zijn.
Er is een medical center, waar ze ook vanuit andere dorpen naartoe komen, een mooie overdekte marktplaats, 2 grote community gardens, een heel mooie school (gesponsord door een Nederlandse VZW)… Op de klassieke vraag naar uitbreidingen, stel ik aan Kunkujang Mariama (leraar) de vraag waarom ze geen contributie vragen aan de dorpelingen, voornamelijk omdat ik zie dat er toch wel deftige huizen staan naar Gambiaanse normen. Zijn antwoord: wat je ziet zijn de rijkere compounds, van de eerste families die hier zijn komen wonen en daardoor ook landeigenaar werden. Deze wonen in de mooie woningen die we zien. Het grootste gedeelte echter woont in barakken en stellen zich elke dag opnieuw de vraag hoe ze die dag een (1) maaltijd op tafel krijgen voor hun familie. Aan deze families een contributie vragen is niet mogelijk. En als ze al iets verdienen, door het verbouwen en verkopen van groenten die ze in de community garden zelf verbouwen, dan gebruiken ze dit geld als schoolbijdrage, zodat hun kinderen naar school kunnen gaan.
Na het bezoeken van de installatie in Banyaka Village, vragen we hen om te voet naar de gemeenschapstuinen te gaan en daarna naar de school waar onze tweede installatie staat. Een wandeling van een paar kilometer die ons de gelegenheid geeft om onderweg te spreken met een paar mensen om zo meer inzicht te krijgen van de community en meer in het algemeen van het leven hier. Voor ons interessanter dan de vele “dank” speeches, die later nog zullen volgen.
Zo vertelt Lamin Barrow, die werkt op de US Ambassy als klerk, over hoe het dorp ontstaan is en de compounds opgebouwd zijn. Zo’n 45 – 50 jaar geleden hebben zich hier de eerste vijf families gevestigd. Enkel door het feit dat zij de eersten waren, hebben ze de (gratis) grond gekregen en daardoor ook grootgrondbezitter geworden. Nu is dit niet meer mogelijk, tenzij op een paar heel afgelegen plekken. De eerste aangekomen werd eigenaar en later ook alkalo (burgemeester), naarmate er meer en meer mensen in die streek kwamen wonen. Alkalo, een titel die bovendien van vader op oudste zoon wordt doorgegeven.
De grond is hun rijkdom. En soms ook oorsprong van veel problemen. Dit is trouwens een van de redenen waarom ze een omheining rond hun domein zetten, naast het beschermen tegen dieren. Volgende generaties van de eerste families verdeelden in het beste geval de gronden, in het slechtste geval bleven ze telkens in bezit van de oudste zoon van de volgende generatie. En hier zie je de problemen komen.
Hiërarchie in de families is dikwijls een issue. De oudste zoon erft normaal alles, maar als die sterft voor de vader sterft, dan gaat alles naar de volgende zoon, de nieuwe ‘oudste’. De oorspronkelijke lijn wordt doorbroken, waardoor de kinderen van de eerste zoon kunnen fluiten naar wat ze normaal zouden geërfd hebben van hun vader. Dat dit tot conflicten kan leiden binnen de volgende generaties hoeft geen betoog. En waar de eerste families grootgrondbezitters waren is dat na een paar generaties serieus verwaterd gezien het aantal kinderen. In sommige gevallen heeft dit tot rechtszaken geleid. De oudste zoon verkoop gronden om aan centen te geraken, in het beste geval onderhoudt hij daarmee de ganse familie, in het slechtste geval enkel zijn gezin. Bovendien zijn er geen of te weinig jobs, met als gevolg de armoede die we zien.
We passeren hun eerste community garden en komen toe in de tweede. Prachtige tuinen, heel veel vrouwen aan het werk, het lijkt allemaal goed georganiseerd. Het eerste wat me opvalt, in beide tuinen, zijn de watertorens en de zonnepanelen. In de eerste tuin 18 panelen, in de tweede tuin 24 panelen. Serieuze installaties, veel groter dan de onze. Maar vuil, vol stof en zand. Onmogelijk dat deze installaties hun volledige vermogen leveren om het water op te pompen. Daarnaast lijkt de pomp zelf ook defect, want hij pompt heel weinig water op. In de tweede tuin hebben ze dan ook een serieus tekort aan water en dit niettegenstaande er een betonnen watertoren staat, die een pak hoger en vele malen groter is dan de installaties die wij zetten. Ik schat een betonnen vat van 30 tot 50.000 liter. Maar toch tekort aan water?! Ik geef hen het goedbedoelde advies om de panelen regelmatig te kuisen, elke dag indien nodig. Waarop het laconieke antwoord: we zullen er morgen of overmorgen mee beginnen. Tot dit aan de oren komt van een van de vrouwen, die onmiddellijk een 20-tal vrouwen optrommelt die in hun tuin aan het werken zijn en die er onmiddellijk werk van maken. De koe bij de horens nemen, eerder weggelegd voor de vrouwen dan voor sommige van de mannen. In elk geval, als het probleem hiermee niet opgelost is, moet er een technieker komen. Hun vraag naar een bijkomende installatie hier is echt niet nodig. Het probleem ligt elders. Ik vraag aan Omar om dit op te volgen, want als deze installatie naar behoren zou werken kunnen ze hiermee niet enkel hun tuin bedienen, maar leidingen leggen naar de meer afgelegen delen van het dorp. Zo spijtig dat ze dit laten liggen.
Wij trekken intussen verder naar de school, waar onze 2e installatie staat. En Lamin vertelt verder over hoe ze hier trachten te overleven. Hoe de vrouwen een lening aangaan om zaden te kunnen kopen, hun tuin onderhouden als hun kind, verbouwen, oogsten en op de markt hun groenten dan verkopen om hun lening terug te betalen. Als er iets overschiet nadat ze de lening hebben terugbetaald, kunnen ze hiermee bvb. het schoolgeld betalen. En dan mogen ze geen pech hebben met de oogst. Reden waarom ze veel ajuin verbouwen. Dit is immers een gemakkelijke groente om te verbouwen en kan verschillende keer per jaar geoogst worden. Met als gevolg dat veel vrouwen dit doen, wat de prijs niet ten goede komt.
In de tuin geraakt Dirk in gesprek met Almamo Touray (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.), secretary of the VDC van Banyaka en projectleider, in het kader van een rijstproject die ze wensen op te starten. Gezien het grote tekort aan voedsel zou dit wel iets kunnen zijn waar we iets mee kunnen aanvangen. Rijst is immers hun belangrijkste bron van voeding. En we hebben het er al eerder over gehad dat we de kinderen in onze scholen minstens 1 deftige maaltijd per dag wensen te bezorgen.
We komen toe in de school waar onze tweede waterinstallatie staat, Banyaka Gidda. Waar een uitgebreide delegatie ons staat op te wachten. Er is zelfs een journalist en cameraman aanwezig. Dit wordt dus terug een ceremonie met heel veel dankbetuigingen. Onze boodschap dat dit voor ons niet hoeft is nutteloos. Hun dankbaarheid en traditie is zo veel malen belangrijker. Uit respect leggen we ons hierbij neer, telkens weer. Er zit niet veel ander op.
Zo komen Lamin Camara (VDC Chairman), Sanne Camara (Alkalo), Botto Bojang (Council), Fatou Njie en Nyima Tourray (Voorzitter Woman’s Committee) en Lamin Barrow aan bod. De klassieke boodschappen van ABARAKA (dank), het belang van water voor de kinderen, voor hun economie, gebeden voor ons, vraag naar extra hulp voor de tuinen, dank aan Allah en de verschillende committees die dit mogelijk gemaakt hebben? Hun geloof is echt wel merkwaardig, tenminste wat mij betreft toch.
Daarnaast te weten gekomen dat er 17 communities zijn rond Banyaka, die ook allemaal nood hebben aan zuiver water. We krijgen ook een dank voor het feit dat we het ganse traject te voet hebben gedaan, wat duidt op onze interesse in het dorp om te weten te komen welke hun noden zijn. De vraag naar extra hulp blijft dan ook niet achter. Hier treffen we in elk geval al een dorp aan die zelf heel veel initiatieven heeft genomen.
In onze boodschap herhaal ik wat we overal zeggen: het belang van het goed onderhouden van de waterinstallaties, het belang van zelf initiatieven te nemen. Ik wens ze proficiat met de initiatieven die ze zelf nemen en maak ook duidelijk dat we veel aanvragen krijgen en onze steun moeten verdelen en ook focussen op die dorpen die het meeste steun nodig hebben. In die zin staan zij al veel verder dan veel andere, armere, dorpen.
Om af te sluiten krijgen we de eer om een mooi lint door te knippen, de officiële inauguratie van de waterpompen. Gammol krijgt een certificaat die een uitdrukking geeft aan hun dankbaarheid, we krijgen groenten mee als geschenk, er zijn nogmaals de laatste dankwoorden door Lamin Barrow en afsluiten doen we met de obligate foto’s.
Ons bezoek in Banyaka heeft ons wel wat tijd gekost, maar ook veel geleerd. Heel nuttig, maar intussen zijn ze wel aan het wachten in het volgende dorp!
Falaa
Falaa! Het dorp waar we verleden jaar, in 2023, een nieuwe school hebben gebouwd. We krijgen een uitbundige ontvangst: als we uit de wagen stappen moeten we door een zingende en dansende erehaag gevormd met alle leerlingen en leerkrachten. Kinderen mogen zinden en dansen, ondanks de ramadan. Ik schat zo’n 200 leerlingen. Hartverwarmend. En we maken ons op voor de vele speeches…
Komen aan beurt, in volgorde: de Imam Seedy Saidy, head of school committee Yusupha Jassey, representative of the Alkalo Fafansu Jabang, head of school Mohammed Faye, VDC Chairman Jonsaba Sillah, health worker and leader of Nimisat project Sarjo Sarr, director of the region Shukh Omar Jarju, leader of the mother committee Sainabdu Sillah, regional councelor Botto Bojang, en de belangrijkste helemaal als laatste, een verlegen jongen van 15 jaar die een mooie speech heeft voorbereid, Yusupha Bojang.
Zo’n nieuwe school is echt wel geen alledaags evenement, vandaar de nogal officiële inhuldiging met alle plichtplegingen hieraan verbonden. Nadat Dirk het lint heeft doorgeknipt, beginnen we eraan!
Belangrijkste boodschappen uit de vele speeches:
- De plicht en verantwoordelijkheid van de ouders om hun kinderen naar de school sturen;
- Kennis is essentieel, in deze tijden nog meer dan vroeger;
- Het belang van een goede structuur en de evolutie die hiervoor nog nodig is;
- Teachers moeten de steun krijgen van de voltallige community;
- Verdere middelen moeten uit de gemeenschap komen om het leven van de kinderen te verbeteren, want zij zijn de toekomstige leiders van het land;
- Uitdaging om de kinderen zowel op intellectueel, emotioneel als fysisch (voeding) vlak te ontwikkelen;
- Belang van de opvoeding en het Engels om de kansen voor de kinderen te vergroten wordt benadrukt;
- De school moet nu verder ontwikkelen, en Gammo-hulp blijft natuurlijk altijd welkom;
- De ambitie om de school te doen groeien, met als gevolg later de nood aan extra klassen,
- Het “historische” van het event voor Falaa wordt meermaals benadrukt, met nadruk op wat er nu nodig is: ontwikkeling, discipline, determinatie.
Onze Omar wordt ook uitvoerig bedankt: hij is niet de gemakkelijkste, maar hij heeft een missie, is eerlijk, “very dedicated” en gaat er voor de volle 100% voor. Terechte dank voor Omar, maar ook voor Lamin, onze stille kracht.
De regional councelor belooft 5 free scolarships voor de 5 beste leerlingen, zodat deze later verder kunnen studeren.
In onze toespraak speel ik in op wat er gezegd is. Ik leg hierbij de nadruk op de verwachting van onze sponsors die dit mogelijk gemaakt hebben. Ik wijs ze op hun verantwoordelijkheid, niet enkel voor hun eigen school, maar dat ze een voorbeeld moeten worden voor toekomstige projecten zodat onze sponsors bereid blijven om ons te steunen, zodat we nog meer scholen kunnen bouwen op andere plaatsen in Gambia waar dit ook nodig is. Naast de vele sponsors die dit project mogelijk hebben gemaakt, licht ik toch heel specifiek toe wat Lotus hier voor hun schoolgemeenschap betekent, omdat zij specifiek onze schoolprojecten sponsort, passend binnen hun eigen maatschappelijke visie. Ik benadruk hoe belangrijk het is dat zowel de leerlingen als de leerkrachten gemotiveerd zijn. En de ondersteunende rol en verantwoordelijkheid die ouders en de gemeenschap hebben om zowel leerlingen als leerkrachten maximaal te ondersteunen.
Als laatste spreker komt Yusupha Bojang aan bod. Hij is 15 jaar, heeft zich heel goed voorbereid, is behoorlijk zenuwachtig, maar heeft het schitterend gedaan.
Dit is een stukje uit zijn speech: "Mr. chairman; distinguish guest ladies and gentlemen; Education is the key to success, no society can developed when population are without requisite knowledge; without support to achieve the goals of the school will be a challenge; Mr. Chairman, distinguish guest ladies and gentlemen, Omar Saidy visited the school one afternoon last year with two gentlemen from Belgium came across the major obstacles of the school the situation of the school at that time was alarming. Gammol team struggled so hard in different avenues in search of funds purposely meant to support the children of the Gambia to acquire knowledge; their aspiration; commitment and determination towards the improvement of the school no more a dream but a reality with the provision of modern classrooms, office and a Kitchen in the school; as PTA provides us with meals every day..." (volledige toespraak Yusupha Bojang...)
Om af te sluiten gaan we nogmaals rond in de school, waarbij we de vraag krijgen om een schoorsteen te installeren in de keuken (wat echt wel nodig is). We stemmen hiermee in, op voorwaarde dat zij voor de nodige stenen zorgen. Daarna gaan we langs hun schooltuintje, waar ze de kinderen leren tuinieren. Een klein stuk grond die ze mogen gebruiken van de buurman. Hier vragen ze of we hen niet kunnen helpen aan een groter stuk tuin. Dit hangt natuurlijk af van de prijs van de grond die de buurman zou vragen. Ik zeg aan Jonsaba dat ze zich moet informeren, maar beloof niets. En natuurlijk hebben ze dan ook nood aan een grotere waterinstallatie, waar ze zowel de tuin als het dorp mee kunnen bedienen. We gaan hier nu niet op in.
We ronden ons bezoek af, met nogmaals de nodige bedankingen en vertrekken naar ons hoofdkwartier in Sanyang, waar we afgesproken hebben met de nieuwe Village Development Committee van Sanyang. Naast de kennismaking met de nieuwe VDC, hebben we namelijk een paar belangrijke punten te bespreken, met als voornaamste de toekomst van het Gammolhuis, waar ons HQ gevestigd is, en de situatie op de fishing market.
We worden verwelkomd door de nieuwe VDC en door Lamin Jalang, de Alkalo van Sanyang Village. Niettegenstaande we nu al verschillende jaren naar Gambia komen, is dit de eerste keer dat we hem ontmoeten. Achteraf gezien was het niet verwonderlijk dat hij aanwezig was.
Een rijk man naar Gambiaanse normen. Dit hebben we ook kunnen vaststellen toen we terug naar onze lodge gingen. Omar heeft ons zijn compound, of eerder villa, getoond, samen met de tuinen waarvan hij eigenaar is. Hoe sommige Gambianen rijk geworden zijn, van vader op zoon, hebben we geleerd uit ons bezoek in Banyaka.
Daarnaast maken we kennis met de nieuwe VDC-leden: Jonsaba Sillah (vrouw en VDC chairman), Yusupha Jassey (kenden we van de vorige VDC) en daarnaast allemaal nieuwe gezichten: Lamin Jarju, Lamin Saldy, Lamin Darbie en Botto Gaye. Daarnaast, ook aanwezig, Babucan en Gibril Sanyang (2 broers), niet deel uitmakend van de VDC, maar we zouden snel weten waarom zij aanwezig waren!
Na het obligate gebed, begon de Alkalo met een uitleg over de plannen die ze hadden om een ‘skill center’ op te richten. Elk jaar studeren er zo’n 1.000 leerlingen af in Sanyang en met het skill center willen ze minstens een groot gedeelte hiervan een stiel leren. Doelstelling om dit aan ons te vertellen: nood aan steun om dit (uit te) bouwen. Maar veel verder in zijn verhaal kwam hij niet, want Babucan Sanyang onderbrak hem. Wat niet in dank werd afgenomen, omdat dit getuigt van te weinig respect voor de oudere in het algemeen en zeker de Alkalo specifiek.
Maar Babucan was niet te houden. Hij was, om het licht uit te drukken, boos. Heel boos. Op de VDC, op ons, op de alkalo. Zowel in het Engels als in het Mandinka, de lokale taal. We begrepen er niets van, en niet enkel omdat de helft in het Mandinka was.
Maar stilaan werd alles duidelijk:
- Onze voorganger, Jean, heeft indertijd het Gammolhuis laten bouwen op een stuk grond die niet van Gammol is. Wel een stuk grond waar hij toestemming voor had gekregen om op te bouwen. Al die jaren was/is dit ons hoofdkwartier geweest, waar ons kantoor is, ons materiaal opgeslagen wordt, de verpleegsters en studenten kunnen logeren als ze in Gambia zijn.
- Verleden jaar hebben we met de vroegere VDC een M.O.U. (memory of understanding) afgesloten, die ons onder andere toeliet het Gammolhuis te behouden zolang we onze activiteiten verderzetten in Gambia. Hier zijn nogal wat discussies aan vooraf gegaan met de toenmalige VDC om tot dit akkoord te komen. Voor ons was dit belangrijk, omdat het nodig is te investeren in de verfraaiing van het Gammolhuis. Tot hier alles ok.
- Nu blijkt echter dat de grond waarop we gebouwd hebben niet van de community is. Wij waren in de overtuiging dat dit wel zo was, vermits de VDC nooit anders had aangegeven. Bovendien gaven ze blijk dat ze het mandaat hadden om de M.O.U. te ondertekenen. Echter, de grond behoort dus toe aan de familie van Babucan. Wij vielen uit de lucht.
- Babucan dus woedend op de vroegere VDC, op de Alkalo, op de ouderen, op ons… Wij hebben vrij snel kunnen duidelijk maken dat wij van niets wisten, wat hij uiteindelijk ook geloofde en waarna zijn toon naar ons toe helemaal veranderde. Maar naar de rest toe duidelijk niet. En de nieuwe VDC stond erbij en keer ernaar, want zij hadden hier ook niets mee te maken.
- De Alkalo was duidelijk niet tevreden dat dit ter sprake kwam in een vergadering met een andere agenda. Hij dus eveneens boos. Heeft aan Babucan duidelijk gemaakt dat zijn over-overgrootvader de grond heeft gekregen van de over-overgrootvader van de Alkalo, en dat hij, als het puntje bij het paaltje komt, geen recht heeft op de grond waar het Gammolhuis op staat. Hoogoplopende ruzie.
- Op een zeker moment heeft de Alkalo het gesprek gestopt, met de belofte de dag nadien terug samen te zitten met Babucan en de ouderen, waarna wij feedback zouden krijgen over het resultaat van hun besprekingen.
- Niettegenstaande wij (of eerder het Gammolhuis) het onderwerp van de ruzie zijn, staan we hier volkomen buiten. Wat wij nodig hebben is zekerheid dat we een plek hebben van waaruit we ons werk in Gambia kunnen verderzetten. Zonder hierbij het risico te lopen om op een zekere dag op straat te staan. Dit is trouwens een van de redenen waarom we er al een paar jaar aan denken om eventueel zelf een grond te kopen en er iets op te zetten. Maar zover zijn we dus niet.
Dit alles heeft toch wel serieus wat tijd in beslag genomen. Terug in onze lodge aangekomen bespreken we welke nu de volgende stappen zouden kunnen zijn. De gronden die we eerder bezocht hebben lijken nu wel weer een optie te kunnen worden. Maar we hebben de volgende dag terug een afspraak waar we verwachten feedback te krijgen over hun onderlinge gesprek.