2025 - Reisverslag 29 jan / 4 feb (deel 1)

Dirk Depoorter

20250129

Woensdag 29 januari

We (Hedwig, Dirk en ikzelf) zijn terug vertrokken naar Gambia. Naast het bezoeken van de nieuwe waterinstallaties, onze nieuwe school in Fuffor Village en het bepalen van de prioriteiten voor 2025, ligt onze prioriteit vooral op het verder vorm geven aan de Gammol School Community en ons rijstproject. Verder in het verslag lees je er meer over.

Onze reis verloopt vlot, over Dakar naar Banjul. We landen precies op tijd, om 19.10 u in Banjul, de nationale luchthaven van Gambia, waar onze vaste Gammol medewerkers Omar en Lamin ons opwachten. Altijd een plezier hen terug te zien. Een warme knuffel volgt!

We logeren in dezelfde lodge als vorige keer, de Mama Africa Art Residence, op een klein uurtje rijden van de luchthaven. Fijn om een aantal mensen terug te zien die daar nog altijd werken.

We eten samen met Omar en Lamin, en bespreken kort ons programma en de aanpak voor de volgende dagen. De eerste vergadering is nog deze avond gepland.

Rijstproject Janjanbureh – Onderhoud Almamo Touray

20250129
Almamo Touray - leidende kracht van het rijstproject

Almamo is de man die we vorig jaar hebben ontmoet tijdens het bezoek van een van onze waterinstallaties, en waarmee we ons rijst-testproject hebben opgestart. Hij heeft een betalende job als IT-er, maar werkt volledig vrijwillig aan dit project.

De doelstelling van de vergadering deze avond is het voorbereiden van ons bezoek aan de stad Janjanbureh, waar we ons rijstproject hebben opgestart. Een stad vlak aan de Gambia rivier in het midden van Gambia, met aangrenzend kleine privé-rijstveldjes, die eigendom zijn van de vele families ter plaatse. Met aanpalend honderden hectares aan onbewerkt land met ongebrijdelde mogelijkheden om rijst te telen.

Onze eerste test was een mislukking: de oogst heeft niet gebracht wat we ervan mochten verwachten, de test is veel duurder uitgevallen dan gebudgetteerd en de organisatie stond niet op poten omwille van onduidelijke afspraken. Gevolg: een verlies van zowat 6 000 euro. Een dure les, maar gelukkig wel veel kunnen leren over de werking ter plaatse.

Tijdens ons gesprek met Almamo krijgen we meer duidelijkheid over de reden waarom de oogst en de productiviteit zo laag was. Om samen te vatten: het regenseizoen en een gebrek aan machines, waardoor de loonkost veel te hoog was. Ook onze opvolging liet te wensen over, omwille van onduidelijke afspraken. We overlopen met Almamo opnieuw het financiële plaatje en maken duidelijk hoe wij een eventueel vervolg zien, waarbij de inzet van de bevolking ter plaatse een essentieel onderdeel van ons plan is.

We spreken ook af wat we verwachten van ons bezoek ter plaatse op vrijdag. Natuurlijk wensen we de rijstvelden ter plaatse te zien, maar we verwachten een uitleg te krijgen over hoe de Rice Committee van Janjanbureh het vervolg ziet: welke zijn de praktische problemen? Welke noden hebben ze? Hoe denken ze zich te organiseren? En natuurlijk willen wij ook onze visie hierover met hen delen.

Het is uiteindelijk onze bedoeling om hier een winstgevende activiteit van te maken, waarbij de winst voor 80 % teruggaat naar de bevolking ter plaatse die de rijst teelt, en waarbij de overige 20 % naar onze andere projecten in Gambia kan terugvloeien. Alle winst wordt in elk geval terug in Gambia geïnvesteerd.

Almamo is in elk geval gemotiveerd. Ikzelf ben sceptisch, waarbij ik Almamo benadruk dat we bij een volgende test betere rekeningen moeten maken.

Het is laat als we in ons bed kruipen. 😊

Donderdag 30 januari

Faala Village

20250129
Warm welkom door de leerlingen van de school in Faala.

We beginnen onze rondreis in onze school in Faala die nu bijna 2 jaar up and running is, waar we meer uitleg krijgen over de werking van de school. Er zijn 4 klassen met plaats voor 128 leerlingen, 32 per klas. Momenteel hebben ze echter 160 leerlingen, tussen 4 en 10 jaar, met als gevolg dat ze de lessen opdelen in halve dagen, ‘s morgens en ‘s middags. Er zijn 3 leerkrachten en 1 kleuteronderwijzer. Iets waar we eerder de nadruk op gelegd hebben is de noodzaak om de leerlingen te testen, om hun niveau op te volgen. In deze school gebeurt dit, waarbij de leraar het niveau bepaalt.

Er is echter geen opvolging wat er met de leerlingen gebeurt eenmaal ze de school verlaten hebben. Er is controle van de scholen door de overheid, maar zonder enige opvolging. Als we vragen over wie uiteindelijk naar de universiteit kan gaan, is het antwoord: zij die geld hebben, zij die werken, sparen en ambitious zijn, of de allerbeste studenten die een scholarship krijgen. Kostprijs unif: 90 000 dalasi per studiejaar. 1 200 euro, wat niet veel lijkt, maar wel het jaarloon is van een leerkracht ter plaatse...

De leerkrachten spelen dus ook een heel belangrijke rol. En is een van de beperkingen. Om een goede leerkracht te vinden, moet je die kunnen betalen. En wie zorgt voor de centen: de vrouwen die hun groenten telen, dikwijls in gemeenschapstuinen. In eerste instantie voor eigen gebruik, ttz de ganse familie, en wat ze over hebben op de markten te verkopen. Op onze vraag: “en wat doen de mannen?”, krijgen we het laconieke antwoord “making babies”.

De noden in Faala: meer water, zodat ze de tuinen beter kunnen bewerken en hun opbrengsten verhogen. We spreken over een opbrengst van 20 à 30 000 dalasi per jaar (270 € à 400 €). Ze hebben in Faala nog gronden die beschikbaar zouden zijn om te bewerken. Het zou gaan over 70 acres, goed voor 35 bewerkbare percelen. Met mogelijkheid voor een 2e plot. Dit moet in kaart gebracht worden.

Los daarvan beslissen we dat de oude waterinstallaties (klein watervat, lage toren, betonstenen constructie) moeten vervangen worden door onze nieuwe installatie, wat het tekort aan water al zal oplossen. Daarnaast werkt er slechts 1 toilet in de school, en moet dit in orde gebracht worden, net zoals het bouwen van een schouw in de keuken. Dit zijn zaken die we verleden jaar al hadden besproken.

Leetulor - Gammol HQ Sanyang

We hebben een afspraak met Mien en Liesbeth, de 2 verpleegsters van ons Leetulor wondverzorgingsproject. Wat zij doen is mensen in de dorpen opleiden, zodat ze de basisbeginselen kennen om wonden te verzorgen. We hebben foto’s gezien van onverzorgde, etterende wonden waar je maag van keert. Wonden die gedurende jaren niet behandeld werden. En diezelfde wonden, na behandeling! Ledematen – en soms zelfs levens – reddend.

Mien en Liesbeth zijn begin november toegekomen en vertrekken vandaag terug naar België. In die periode hebben ze de opvolging gedaan in 6 dorpen waar er minstens 1 persoon is die de opleiding heeft gekregen en nu zelf aan de slag kan. En is er opleiding gegeven in 4 nieuwe dorpen. We hadden afgesproken met Omar dat hij dit mee opvolgt, en de dorpen uitkiest ook in functie van waar wij onze waterinstallaties plaatsen. Zuiver water en propere wonden gaan hand in hand.

Ze leggen ons uit hoe ze te werk gaan, van het zoeken naar vrijwilligers, de opleiding, bezorgen van het juiste materiaal, hoeveel mensen ze hierbij helpen... Ik heb hen gevraagd ook een reisverslag op te maken, om hun ervaringen te delen. Werkelijk heel mooi en special wat Mien en Liesbeth realiseren en de persoonlijke investering die ze hiervoor doen. 3 maanden ter plaatse...

Reden van onze vergadering is om een aantal afspraken te maken samen met Omar hoe we de werking van Gammol en Leetulor nog meer op elkaar kunnen afstemmen.

Sanchaba School – Sanyang Village

Er is geen school vandaag, maar toch hebben ze de leerlingen opgetrommeld om ons welkom te heten. 8 leerlingen geven een toespraak met als belangrijkste boodschap het belang van onderwijs, education

Gammol School Committee (GSC)

20250129
Ensa Sanyang verdedigt met vuur het Gammol School Committee

Maar de reden waarom we naar de Sanchaba School zijn gekomen is omdat we een afspraak gemaakt hebben met de verantwoordelijken van de 4 Gammol scholen (Abuko, Sanchaba, Faala & Fuffor) om vooruitgang te boeken met een ander belangrijk project voor ons, de Gammol School Committee (GSC). Iets wat we eerder gelanceerd hebben, maar nog niet echt van de grond is gekomen. Onze doelstelling op middelange termijn is het niveau van het onderwijs te verbeteren.

En we zitten met een aantal vragen:

  • Verleden jaar hadden we soortgelijke vergadering, waarbij ons een goed uitgewerkt plan werd voorgesteld. Waar staan ze daar nu mee?
  • Wat hebben ze nodig om echt van start te gaan?
  • Wat met de leerplannen, de testen, de uitwisseling van ervaringen?
  • Hoe kan Gammol ze bijkomend ondersteunen?
  • Welke infrastructuur ontbreekt nog?
  • Wie is bereid hier de nodige verantwoordelijkheid op te nemen?

Het is een geanimeerde vergadering geworden. Aanwezig: een aantal ‘teachers’ van elke school, de ‘headmaster’ van Fuffor en Abuko, de ‘chairman of the school committee’ van Fuffor en Faala, en de secretaris van Faala, die ook VDC member van Sanyang is. Yusupha Jassey, die het hoge woord voert, dikwijls tot mijn ergernis.

Ik ga de ganse discussie niet toelichten, maar de essentie is dat dit geen ‘team’ is. De uitleg die we trachten te geven stuit in eerste instantie op nogal wat tegenkanting, maar eerder vanuit onbegrip. Tot de Dalasi (€) van de chairman van Fuffor Village, Ensa Sanyang, valt. Waarna een vurig pleidooi volgt die helemaal in lijn ligt met wat we willen bereiken, samen met hen.

We sluiten de geanimeerde vergadering af met de afspraak dat ze, op basis van wat we besproken hebben, samen een plan van aanpak zouden opstellen:

  • Working together as a team.
  • Making of a syllabus from grade 1 to 6.
  • Create a development & delivery plan for what teachers should teach in the different grades.
  • How to exchange experiences.
  • Fine-tuning the exams.
  • What is the place of Arabic in our English Gammol schools?

Wait and see... Ensa geeft ons de indruk dat hij het “door” heeft en lijkt ons goed geplaatst om hier een rol in te spelen. We zijn duidelijk nog niet op het niveau waar we wensen te zijn met de GSC. We beseffen dat het niet evident zal zijn en dat er idealiter iemand is die dit coördineert. En dit dan ook budgeteren.

Fulakunku

Onze laatste stop voor vandaag. In Fulankunku hebben we een uitbreiding van de watercapaciteit geplaatst. Van een oude installatie met een watercontainer van 4 000 liter zijn we naar 2 x 10 000 liter gegaan, waardoor er nu ook zuiver water is na zonsondergang.

We worden ontvangen door het gebruikelijke omvangrijke committee, die ons danken vanuit hun hart: “we cannot pay you, but we will pray for you for a long life”. Daarnaast krijgen we de vraag naar ‘meer’. Zoals de Alkalo het plastisch verwoord: “a begger never has enough”. Confronterend, maar voor ons “very honest and close to reality”. Of nog: “You found us hungry and you gave us food, but on the other side of the road they are still hungry”. Om ons duidelijk te maken dat er meer nodig is. Maar ze nemen toch ook zelf initiatief: zo hebben ze 200 meter leidingen gekocht, mogelijk dankzij het vragen van een kleine contributie aan de gemeenschap, met als doelstelling het water breder te verspreiden in het dorp. Probleem hier is dat ze de leidingen zouden moeten trekken over een grote baan, wat niet mogelijk is. We noteren de vraag, zonder enige belofte te maken. Een van de vele vragen naar ‘meer’ die we verwachten.

Negen (!) mensen hebben het woord genomen om Gammol en zijn sponsors te bedanken en duidelijk te maken dat er nog noden zijn. Dirk neemt hierna het woord met de boodschap dat er nog heel veel aanvragen zijn, dat we prioriteiten moeten stellen en niets kunnen beloven. Maar ook met de boodschap dat de uitbreiding er gekomen is omdat ze hun installatie altijd goed onderhouden hebben en omdat ze het goede initiatief genomen hebben een contributie te vragen binnen hun gemeenschap.

We nemen afscheid, maar niet voor we uitgenodigd worden om lid te worden van hun gemeenschap, waarna we frisdrank en fruit krijgen en een certificaat om Gammol te bedanken. Afsluiten doen we met een gebed en gezang.

Een eerste volledige en lange dag zit er op, wordt vervolgd...

2025 - Reisverslag 29 jan / 4 feb (deel 2)

Dirk Depoorter

Vrijdag 31 januari

20250129

Janjanbureh

20250129
Bezoek aan de rijstvelden in Janjanbureh

Janjanbureh ook wel Makaty of Georgetown genoemd, was de eerste Britse stad in Gambië. Gelegen op MacCarthy Island in de Gambia rivier. Vandaag een stad met zo’n 400 compounds, met daarnaast nog de ‘buitenwijken’. Naar schatting 4 000 inwoners.

We vertrekken om 8.00 uur, 300 km rijden, over het algemeen goede baan, wel een paar keer door een drukke stad. Zo’n 4,5 u gereden, maar er scheelde duidelijk iets aan de wagen: gebrek aan power, waardoor inhalen dikwijls niet mogelijk was. Omar was zich hier niet van bewust, waarschijnlijk omdat hij altijd zo traag rijdt.

We worden verwelkomd door zo’n 150 inwoners aan de rand van de stad, waarna we te voet verder gaan door de hoofdstraat, begeleid door muziek en dans, zodat iedereen weet dat we toegekomen zijn. We zijn het intussen gewoon, maar het blijft toch een verrassing dat er zoveel aandacht wordt gegeven aan onze komst. Het is hun manier om ons te bedanken en waarschijnlijk ook een kwestie van de lat hoog te leggen op vlak van verwachtingen. Voor het welkomstwoord zitten we in een zaal met zo’n 70 aanwezigen. Naast de toeschouwers zitten we samen met: de president van de Rice Corporation Society, de vice-president, de technisch adviseur, de lady counceler, 2 man van de Elders Advisory Committee, de persoon ‘in charge of the money’, die ‘in charge of the machines’, representatives of the Rice Filed Committee, de woman representative of the vegetebale gardens, the secretary of the RCS... Almamo legt uit wat de doelstelling van ons bezoek is (zie hiervoor het verslag van onze eerste vergadering met Almamo als we toegekomen zijn).

En dan... is er gebed, lunch, rust. En worden we alleen gelaten in de ontvangstzaal. Vrij lang, wat ons de tijd geeft om verder voor te bereiden. Duidelijkheid krijgen over de test, die niet verlopen is zoals gedacht en gewenst. Maar met de nadruk op hoe dit project in de toekomst wel winstgevend kan zijn, zodat we de juiste beslissing kunnen nemen.

Voor de start van de vergadering maken we duidelijk dat we met een beperkte groep wensen te overleggen, niet met 15 man. Waarna er nog 7 overblijven. Het belooft een moeilijke vergadering te worden, naar onze Westerse normen: veel gepalaver, geen duidelijke beslissingen. We beginnen met de rekening te presenteren van het testproject en uit te leggen dat dit niet voor herhaling vatbaar is. Dat we dit niet kunnen verantwoorden ten opzichte van onze sponsors. Enkel al de rekeningen uitleggen is een opgave. Ook hoe we het verder zien, omdat ze ervan uitgaan dat dit een winstgevende activiteit is, als ze maar de machines zouden hebben. De kost hiervan wordt echter niet meegenomen in hun berekeningen. Ook hoe we de winst willen verdelen dringt niet echt tot hen door. Zij gaan ervan uit dat de winst het bedrag is dat ze krijgen voor de rijst, ook hier weer zonder rekening te houden met de kosten. Moeilijk om uit te leggen.

We geraken er niet helemaal uit. Dan maar de rijstvelden ter plaatse bezoeken. Maar eerst passeren we langs 2 gemeenschapstuinen, die vrij goed onderhouden zijn, maar waar ze kampen met een tekort aan water. De installatie hier staat er in het kader van een JSF programma, ‘founded by the EU’. De pomp die het water oppompt zou niet sterk genoeg zijn, waardoor ze te weinig water hebben. We stellen echter ook vast dat de zonnepanelen vuil zijn en niet op de beste plaats staan. Vanaf een bepaald uur in de namiddag staat er een boom in de weg voor de zon. Voor ons is Janjanbureh te ver om dit te kunnen opvolgen.

Wat de rijstvelden betreft: het veld dat we bezoeken is zo’n 25 hectare groot. Op dit rijstveld zijn er 127 plots met 83 ‘farmers’. De meeste boeren hebben 1 plot, sommige meerdere. Dit zijn allemaal relatief kleine veldjes van zo’n 2 000 m2, telkens bewerkt door 1 familie/boer. Een 2e rijstveld is 52 hectare groot, 205 plots met 100 boeren. Alle grond is eigendom van de overheid, maar ze hebben toestemming om deze te gebruiken om rijst te cultiveren. En het is de president van de Rice Corporation Society die de velden toewijst. Er zijn betonnen kanalen gemaakt zodat het water kan gepompt worden uit de Gambia rivier, om de velden te irrigeren, Op het ene veld zijn er 2 pompen, aangedreven door elektriciteit, die niet meer werken. Ze hebben er een derde geplaatst, aangedreven door benzine. Niet door zonne-energie. Kostelijke affaire dus. Ook op het andere veld is er een pomp defect. Op de rijstvelden krijgen we heel wat uitleg over hoe rijst verbouwd wordt, zodat we er ons tenminste een beeld van kunnen vormen.

Op het eiland is er zo’n 5 000 hectare die zou kunnen dienen voor het verbouwen van rijst. Het blijft merkwaardig vast te stellen dat de overheid hier weinig of niets mee doet. Maar ze steunen wel elk initiatief om nieuwe velden te ontwikkelen. Passief ondersteunen, niet actief. Uitbreiden wilt echter zeggen nieuwe irrigatiekanalen aanleggen en dan spreken we toch over andere bedragen, zonder vandaag enige zekerheid dat dit kan uitgroeien tot een zelfbedruipende, laat staan winstgevende, onderneming.

We willen wel nog een tweede test doen op een plot van 2 hectare, mits duidelijke afspraken en rekeningen.

De terugweg naar onze lodge is lang en donker, letterlijk dan. Waarbij je nog extra moet opletten als je door dorpen rijdt waar de mensen nog op straat rondlopen. Bovendien werken de dimlichten niet, wat het rijden er niet comfortabeler op maakt. Ik gebruik dan maar de mistlichten.

Eerst gebrek aan “power”, nu de dimlichten die niet werken, controlelampjes die branden, de airco die niet werkt... Dringend nodig dat de wagen terug in orde gebracht wordt! Omar is heel zorgzaam en wilt niet onnodig geld uitgeven, we moeten hem dan ook duidelijk maken dat de jeep in perfecte staat geen onnodige uitgave is. We zijn terug in de lodge rond 22u, waarna nog een pintje en korte debriefing volgt.

Zaterdag 1 februari

20250129

Faraba Sutu Village

Hier zijn we de voorbije jaren telkens langsgekomen. Dit is het dorp met de jongste Alkalo, Alieu Sanyang, een ondernemend man, die niet stil zit. De Alkalo heeft zo ook de opleiding gevolgd van Mien en Liesbeth om zelf wonden te kunnen verzorgen. Waar er in het begin 15 à 20 verzorgingen per dag nodig waren, is dit aantal nu gezakt naar 4 à 5 per dag. Wat aangeeft hoe nuttig die opleiding is.

De marktplaats, die vorig jaar in aanbouw was, is af en is in gebruik door de vrouwen om hun groenten en fruit te verkopen. Daarnaast is Alieu gestart met een vorm van microkrediet voor vrouwen die kleren en beddelakens beschilderen (ik heb een heel mooie gekocht ter ondersteuning) om zo iets bij te verdienen. De tweede waterpomp die we in 2024 geïnstalleerd hebben vlakbij de marktplaats bedient de 2e helft van het dorp, aan de overkant van de druk bereden straat.

20250129
Alieu Sanyang, dorpshoofd van Faraba Sutu, een ondernemend man.

Hij wenst nu de bestaande nursery school uit te breiden met een primary school voor kinderen van 7 tot 12 jaar, waarna Dirk hem de uitleg geeft over de wijze waarop we een school community wensen uit te bouwen, en hoe we, mede door ervaringen uit te wisselen, het niveau van het onderwijs willen verhogen. Alieu ziet dit helemaal zitten. Voor hij Alkalo was, was hij immers onderwijzer. En hij vertelt ons wat ze al doen in de reeds bestaande, nursery school (voor kinderen van 3 tot 6 jaar): assessment van de onderwijzers, leerplannen per jaargang, proper water en voedsel voor de kinderen... Hij heeft hier ook sponsors voor, die er ook voor zorgen dat de leraren een salaris krijgen. En natuurlijk zou hij graag hebben dat de kinderen van de nursery school verder goed onderwijs krijgen in een nieuw te bouwen primary school. Alieu zal een applicatie indienen om zijn aanvraag te motiveren.

En Alieu is gemotiveerd, zonder enige twijfel. Hij ziet zichzelf ook als lid van de Gammol Community. En wat we daar al gedaan hebben werpt duidelijk zijn vruchten af. Bovendien is hij goed in netwerken, en als hij zijn schouders onder iets zet, zou dit zeker een aanwinst zijn voor Gammol. Maar er zijn ook andere dorpen die noden hebben. We beloven dus niets, al bespreken we achteraf dat dit echt wel een goede investering zou zijn, net als de andere investeringen die we in Faraba hebben gedaan. Het is gewoonweg interessanter, maar ook rendabeler en motiverender, om te investeren in een dorp waar een Alkalo en de bevolking zich helemaal inzet om er het beste van te maken. In eerste instantie gaan we in op zijn vraag voor een uitbreiding van de bestaande waterinstallatie zorgen, zodat we aan de vraag naar meer water kunnen voldoen. Er is 1 zonnepaneel dat moet vervangen worden. Wij doen het werk maar de kosten hiervan zullen ze zelf dragen.

Dit bezoek doet ons ook stilstaan bij de constructie van onze waterinstallaties. We hebben hier al serieuze stappen vooruit gezet: van kleine constructies vroeger, met kleine vaten van 4 000 liter en op een hoogte van 3 meter, naar (onze laatste) installaties van 2 x 10 000  lieter op een hoogte van 6 meter en tot 1 500 meter leidingen in de dorpen. We vragen aan Omar om later na te gaan wat de kostprijs zou zijn indien we torens zouden zetten van 8 of 9 meter, en hoeveel meter leidingen we dan zouden kunnen leggen. Een todo!

Niggie Village

20250129
Groententuin van Niggie. 

Ook dit dorp hebben we verleden jaar bezocht. We hebben daar twee jaar geleden een waterinstallatie geplaatst en stellen vast dat deze perfect onderhouden wordt. We hebben hen verleden jaar ook aangeraden werk te maken van het omheinen van een groot stuk community ground om groenten op te telen. En ze hebben dat ook gedaan! Mooi om zien hoe ze een stuk braakliggende grond hebben omgevormd naar een prachtige tuin. Hartverwarmend. En ze willen nog verder uitbreiden. Ze beschikken echter over te weinig water voor de tuin. Wat hier moet komen zijn reservoirs om het water op te slaan. We spreken af dat zij zorgen voor de reservoirs en dat wij de leidingen zullen plaatsen.

Daarnaast is er een schooltje aanwezig. Tenminste, als je dit een schooltje kunt noemen... 2 kleine klasjes, een nog kleiner leraarslokaal, een keukentje en een materiaallokaal. Allemaal vervallen. In de keuken en het materiaallokaal hebben de vleermuizen hun nest gemaakt. Het dak van een van de klaslokaaltjes is ingevallen. De Alkalo heeft dit gefinancierd, maar als de overheid dit kwam controleren is het afgekeurd omwille van “niet geschikte” lokalen. En toch wordt er nog les gegeven aan 19 leerlingen door een gemotiveerde leerkracht. Geen wonder dat ze ons vragen of we hen willen helpen met het bouwen van een nieuwe school. Het dorp breidt uit, mede dankzij het water dat nu beschikbaar is, en kinderen moeten nu kilometers te voet doen als ze naar een school willen/kunnen gaan. De keuze waar we dit jaar een school willen bouwen wordt er niet eenvoudiger op. En dan weten we dat er nog een derde aanvraag is...

Als we vertrekken bedankt de Alkalo ons: “Thanks to Gammol, our lives have changed. We now have clean water. We listened to your advice to fence our garden, so today we have a garden on which we grow vegetables and can earn something and feed our children”. Ons antwoord: “we provided clean water, gave advice, but you took the initiative to make it happen. We can only encourage to take further initiatives”. Het blijft confronterend als je dit hoort, vanuit de omgeving waar wij vandaan komen.

Sotokoi Village

20250129
Een oude watertoren gesponsord door de EU. Nog in prima staat maar heeft wel onderhoud nodig.

We bezoeken Sotokoi, omdat ze een aanvraag hebben gedaan om een bijkomende waterinstallatie te plaatsen. Ter plaatse krijgen we het klassieke hartelijke welkom en de dank van de vele sprekers, met daarbij de vraag naar: meer water, een marktplaats, een omheining voor de tuin en een school. Niets nieuws, maar als we hen vragen welke initiatieven ze zelf al genomen hebben, welke hun actieplannen zijn, is het antwoord dat we in 2026 de veranderingen gaan kunnen vaststellen. Ze zijn wel begonnen met het maken van de betonblokken voor de marktplaats, maar we maken meteen duidelijk dat we hen hiermee niet gaan helpen. Onze focus is en blijft: waterinstallaties en scholen (en misschien later rijst?). Daarnaast zijn ze een Arabische school aan het bouwen en vragen ze hier ook hulp voor, wat we ook afwijzen, vermits er een Engelse school vlakbij is. En in de scholen die wij bouwen leggen we de focus op het Engels onderwijs, omdat dit de kinderen meer kansen geeft naar de toekomst toe. Dit geeft dus niets met hun geloof te maken. We leggen hen dit ook uit.

Wat het water betreft; er zijn zo’n 300 compounds, sterk groeiende bevolking, waarschijnlijk nu tussen de 2 000 en 2 500 inwoners. Met onze toren voorzien we slechts een gedeelte hiervan van water. Daarnaast is er een heel grote toren aanwezig, 40 000 liter, 27 jaar geleden geplaatst door de EU. Er is echter slechts in één straat met negen kranen aangesloten. Ze vragen of wij geen extra leidingen en kranen kunnen voorzien? De zonnepanelen blijken ook niet meer te functioneren, waardoor ze de installatie aan het elektriciteitsnet hebben aangesloten, wat natuurlijk een veel hogere kost is. Erg om zien hoe die installatie verwaarloosd is. Geplaatst door de EU, en dan in de steek gelaten. We moeten meer duidelijkheid krijgen hoe we dit weer kunnen optimaliseren!

Faraba Kariaba

20250129
Council Binta Bah en Dirk Depoorter openen de nieuwe waterinstallatie

Dit is een nieuw dorp waar we een waterinstallatie hebben geplaatst, niet zover van Sotokoi. Als we van Sotokoi naar Faraba gaan komen we een tweede EU installatie tegen, 30 jaar oud, nog groter dan deze in Sotokoi, 80 000 liter, heel hoge toren. Blijkbaar zijn hier 100 kranen op aangesloten, maar de zonnepanelen werken niet meer, dus aansluiting op het elektriciteitsnet wat hen 10 000 dalasi per maand kost. Absurde situatie: er is capaciteit aanwezig, maar het wordt niet gebruikt wegens defecte zonnepanelen en te dure elektriciteit!? We zouden dit moeten in kaart brengen: waar staan er nog EU-installaties en worden deze nog gebruikt, en op welke manier. Misschien kunnen we hier, mits relatief kleine investeringen, wel een groot verschil maken.

We bezoeken onze installatie, die perfect onderhouden wordt. Vlak naast de installatie zien we een grote tuin die bewerkt wordt door verschillende vrouwen. Dit blijkt geen community garden te zijn, maar eigendom van een privé persoon die zijn tuin ter beschikking stelt van de community. Hij heeft ook 10 m2 afgestaan op de plek waar de installatie staat. In ruil hiervoor heeft hij een kraan in zijn compound gekregen. Dit is niet de afspraak die we maken, maar ligt natuurlijk gevoelig. Door een kraan “af te staan” kunnen nu wel een 50-tal vrouwen de tuin bewerken en voor eten en een inkomst zorgen.

Er staat ons terug een hele ceremonie te wachten. Ze beginnen wel met te zeggen dat ze het erg vinden dat we niet kunnen vieren zoals gebruikelijk, mits onze tijd beperkt is, maar we krijgen toespraken van de Imam, de Gouverneur, de Alkalo, de lady councelar, the council, M/V gebruikers, iemand van de VDC... en op het einde hebben ze een maaltijd voorzien. 😊 De council, Binta Bah, wordt hierbij nogal uitdrukkelijk in de bloemetjes gezet, wat voor ons niet zo duidelijk is vermits ze nooit in het beslissingsproces, waar we onze installaties plaatsen, wordt betrokken.

Samengevat worden we bedankt, hoopt de community op een partnership die verder kan evolueren (lees: bijkomende hulp), met onmiddellijk de vraag naar een extensie van de waterinstallatie en hulp bij het bouwen van een school. Onze installatie helpt nu zo’n 200 compounds, maar we kunnen vaststellen dat het dorp serieus aan het uitbreiden is. We spreken hen aan over de EU-installatie die er staat, maar waar volgens hen heel hoge kosten tegenover staan om deze terug full operationeel te maken. Ze beloven ons een ‘feasability study’ te bezorgen, zodat we een gefundeerde beslissing kunnen nemen of we hierin moeten investeren. Wat de school betreft heeft Dirk kunnen vaststellen dat er een school aanwezig is met 4 klaslokalen en en leraarslokaal. Geen prioriteit dus. Dirk sluit af met onze gebruikelijke vraag en verwachting naar onderhoud en initiatiefname.

2025 - Reisverslag 29 jan / 4 feb (deel 3)

Dirk Depoorter

Zondag 2 februari

20250129

Mandinaba

20250129
Mandinaba groententuin

Dit is het dorp waar we in 2022 een waterinstallatie hebben geplaatst. Bij ons bezoek begin 2023 hebben ze ons gevraagd of we voor hen een school wilden bouwen. Ze hebben hiervoor de grond en gezien de grootte van het dorp zijn er zeker voldoende kinderen om dit te verantwoorden. We hebben hun toen gezegd dat dit in 2023 niet mogelijk was, maar dat we in 2024 zeker terug zouden komen. En dat we in afwachting verwachtten dat ze hun nieuwe installatie goed zouden onderhouden en initiatieven zouden nemen. Begin 2024 moesten we echter vaststellen dat ze hun installatie niet goed onderhielden. We zijn consequent in onze boodschap: “we promise, we deliver – you promise, you deliver”. Gevolg: geen sprake van een nieuwe school. Met de belofte van terug te komen begin 2025...

En deze keer was alles in orde: de installatie perfect onderhouden en ze hebben intussen ook een mooie tuin aangelegd. We stellen wel vast dat het irrigeren van de tuin niet optimaal is. Te overwegen om hier extra reservoirs te voorzien, zodat ze een grotere capaciteit hebben. Mandinaba is meer dan een dorp, ook Mandinaba heeft een groeiende populatie. Dat we vraag krijgen naar uitbreiding van de installatie verwondert ons dan ook niet.

Terwijl we het voorgaande gesprek voeren, zegt een van de deelnemers aan het gesprek ‘out of the blue’ dat ze ook kranen in de compounds hebben geplaatst, en niet op de openbare weg waar iedereen aan kan. Omar is daar niet van op de hoogte, en dit is tegen ons basisprincipe: het water moet vrij beschikbaar zijn voor iedereen. Er ontspint zich een hevige discussie, waarbij ze argumenteren dat ze dit gedaan hebben ter bescherming van de kranen. Een argument waar we niet in meegaan. Iemand anders zegt ook dat ze dit verleden jaar gezegd zouden hebben, wat niet waar is. We maken hen duidelijk dat we de verkeerde keuze gemaakt hebben om hier een installatie te plaatsen, indien er in het dorp onvoldoende discipline is om de installatie te onderhouden en te respecteren. In geen enkel ander dorp hebben we dit al meegemaakt, en we willen dit echt niet. Uiteindelijk zien ze in dat we niet van ons standpunt willen afwijken en enkele mensen beloven ons om de kranen terug op publiek toegankelijke grond te plaatsen. Omar zal opvolgen of dit ook daadwerkelijk gebeurd!

Na deze eerder pijnlijke discusie, bespreken we hun aanvraag over een nieuwe school. Dat er nood aan is kunnen we volgen, gezien de grootte van de community en de bevolkingsgroei. Wat ze vragen is een Engelse nursery school, voor kinderen tussen 3 en 6 jaar. Het spreekt voor zich dat we, na het vorige gesprek, met twijfels zitten of ze de afspraken die we maken als we ergens een school bouwen wel zullen nakomen. Het bouwen is een ding, maar hoe staan ze tegenover onze visie en de verwachtingen die hieruit vloeien met betrekking tot een Gammol-school?     

We geven hen een lijst met acht vragen waarop we een antwoord verwachten te krijgen. Dezelfde vragen sturen we ook naar Niggie en Faraba Sutu, zodat we een bijkomend element hebben die ons moet helpen te beslissen waar we een school gaan rechttrekken. Dit zijn de vragen waar we een antwoord op verwachten:

  1. Waarom hebben jullie een school nodig?
  2. Wat is het doel van de school? Wat willen jullie bereiken?
  3. Wat voor school: kleuterschool, lagere school, Engels, Arabisch, ...?
  4. Hoe denken jullie je te organiseren?
  5. Hoe gaan jullie de juiste leerkrachten vinden?
  6. Hoe gaan jullie alles financieren (leerkrachten, materialen, syllabus, ...)
  7. Wat kan de toegevoegde waarde zijn van de Mandinaba school voor de Gammol School Community?
  8. Wat zal jullie engagement zijn? Hoe kunnen we er zeker van zijn dat wat we afspreken ook wordt uitgevoerd?

Vooral die laatste vraag ligt nu wel gevoelig bij ons, na wat we vastgesteld hebben in verband met de waterinstallatie in 2023, en nu met de kranen in de compounds. Ze beloven ons een antwoord voor 24 februari.

Sanyang Garden

20250129
Sanyang garden

Serieus probleem in de Sanyang Garden. Een van de grootste gemeenschappelijke tuinen in de regio, zo'n 10 hectaren. Er zijn een vijftal waterinstallaties die de vele reservoirs vullen die her en der opgesteld staan. Deze installties werden niet door Gammol geplaatst, maar bij problemen met de pompen en de zonnepanelen hebben wij er dan met Gammol voor gezorgd dat dit in orde kwam. Nu ligt heel het voorste gedeelte er verwoekerd bij, omdat de voorste installatie geen water meer geeft om de reservoirs te vullen. Hier en daar is er nog een tuintje dat onderhouden wordt, maar op de ‘oude’ manier: water met een touw een emmer naar boven trekken om de planten water te geven. Niet houdbaar en niet duurzaam.

Het probleem is dat er geen duidelijkheid is wie wat opvolgt met daarnaast een gebrek aan communicatie. En zo doet iedereen maar wat, in functie van sponsorgeld die van verschillende kanten kan komen, of niet. Zo is er pas een deel van de omheining hersteld, maar ook niet volgens de regels van de kunst. En zo stellen we ook vast dat de waterinstallaties niet onderhouden worden. Gelukkig is het tweede gedeelte van de tuin dik in orde.

We spreken af dat Gammol vanaf nu de opvolging zal doen van alle waterinstallaties die er momenteel in de tuin staan, op voorwaarde dat alles onderhouden wordt. Concreet betekent dit dat we alle middelen zullen schenken, zodat ze het roest van de torens kunnen verwijderen en de verf om alles nadien te schilderen. Iets wat de mannen van de community gaan moeten doen. Pas als dat gebeurd is, zijn we bereid dit mee ‘in portefeuille’ te pakken. We zijn benieuwd. Alles wat niets met water te maken heeft, zoals ervoor zorgen dat er een deftige omheining staat, volgen wij niet op, maar verwachten we wel dat ze dit zelf doen. Het blijft toch dikwijls trekken en sleuren om ze zelf initiatief te laten nemen.

Sanyang Fishing Market

We hebben aan het strand een nieuwe toren aangesloten op de waterpomp van het Rescue Sea Center. Onze oude installatie pompte zout water op, niet drinkbaar. Deze wordt wel nog gebruikt om een aantal (gewone) tuinen van naastliggende restaurants te irrigeren. De nieuwe aansluiting werkt naar behoren. Op de plek waar de vrouwen de vissen kuisen staat echter maar één kraan, waardoor sommige vrouwen telkens een hondertal meter moet stappen om vers water te hebben. We spreken hierover met Aminata Jatta, die de leiding heeft over de vismarkt. Dit is een heel beperkte investering waarmee we heel wat vrouwen kunnen helpen. Het is dan ook een eenvoudige beslissing om hier drie extra kranen te plaatsen en een lekkende afsluitkraan te vervangen.

Daarnaast is het probleem van de overdekte marktplaats nog steeds niet opgelost: een deel van het dak staat op instorten, intussen al een paar jaar. En we hebben de VDC vroeger al duidelijk gemaakt dat Gammol hiervoor niet zal tussenkomen, dat ze dit zelf kunnen oplossen door een bijdrage te vragen aan de restaurants die gebruik maken van het – nu zoute - water van onze Gammol pomp. Maar elk initiatief hiertoe ontbreekt zo te zien.

20250129
Sanyang vismarkt

Alvorens we vertrekken krijgen we van de vissers nog een behoorlijk grote vis als geschenk als dank voor de nieuwe toren die we geplaatst hebben. Een dure delicatesse hier. Weigeren kunnen we niet doen, maar we geven hem met plezier aan Omar en Lamin, zodat zij dit kunnen delen met hun familie.

Maandag 3 februari

20250129

Gidda Sukuta

20250129
Groententuin van Gidda Sukuta

Vandaag is ons eerste bezoek aan het dorp waar ze ons verleden jaar tomaten hebben beloofd. Bij ons bezoek vorig jaar hebben we de uitbreiding van de waterinstallatie moeten uitstellen, omdat de mannen van het dorp de belofte om een gemeenschapstuin te omheinen, zodat de vrouwen groenten kunnen telen, niet zijn  nagekomen. Wat toen tot heel grote frustratie heeft geleid bij de vrouwen, tot op het niveau dat ze allerlei niet zo aangename zaken naar het hoofd van hun mannen slingerden. Tenminste, dat konden we ervan maken, vermits de verwensingen in het Mandinka en Wolf (de plaatselijke dialecten) waren. Maar soms moet je de taal niet kennen om ze te begrijpen…

De mannen hadden de boodschap blijkbaar goed begrepen, want nu was de tuin helemaal afgezet, werden er groenten geteeld (de tomaten waren nog niet helemaal rijp) en kregen we een heel warm welkom van de vrouwen met dans en zang. En we moesten natuurlijk meedoen, tot groot jolijt van de vrouwen. Ik stel wel vast dat er een lek is aan de bestaande toren. Ze zeggen dat ze dit zelf gaan herstellen. Omar moet dit opvolgen.  

Waarna de dankwoorden kwamen, in de 2 dialecten en nog eens vertaald in het Engels. En dit door 9 (!) verschillende personen. Zoals zo dikwijls zijn de boodschappen dezelfde van de verschillende sprekers, soms met een ander accent, maar steeds een dank en een vraag naar iets extra. Samengevat:

  • BARACABA, of ‘dank je’ in het Mandinka. Dank je om interesse te hebben in de noden van Gidda.
  • Gidda loves Gammol en we moeten elk jaar terugkomen.
  • Verleden jaar was de hele gemeenschap triestig en het is mede dankzij de vrouwen dat we nu groenten hebben.
  • Ze zijn onder de indruk van het idee die we brachten (?) om een gemeenschapstuin te maken.
  • Nu ze de resultaten zien van hun eigen inspanning en initiatief zeggen ze “We gaan nooit meer iets beloven dat we niet gaan doen”.
  • De oudste vrouw was emotioneel toen ze ons zei hoe de tuin hun leven heeft veranderd, dankte ons voor de inspiratie die we gebracht hebben.

Want, nu hebben we de wil om verder initiatieven te nemen: nu ze water hebben en een grote gemeenschapstuin, willen ze ook een marktplaats bouwen bij de grote weg om hun groenten te kunnen verkopen. Om dit te bekostigen gaan ze o.a. een festival houden om centen in te zamelen. De fundering voor de marktplaats hebben ze al gegraven. In tegenstelling tot wat we verwachten vragen ze echter geen financiële steun voor hun marktplaats, want we hebben hen al water gegeven. Dat ze zelf hun marktplaats wensen te bouwen heeft allemaal te maken dat Brikama, het volgende dorp, te ver is om de groeten te verkopen. Met de opbrengst denken ze ook al wat ze kunnen doen in het kader van de educatie van hun kinderen. Eerder een lange-termijn ambitie. Er wordt ook gedacht aan een “health center”. Het enthousiasme is heel groot. Echt plezant om te zien. Wat de health center betreft, moeten we met Leetulor zien of ze hier een opleiding kunnen voorzien als een eerste stap.

Waar ze wel nood aan hebben is extra water. En het zijn de vrouwen die het ons vragen, omdat ze vaststellen dat er soms onvoldoende water is om zowel de tuin als de compounds te bevoorraden. Vooral na zonsondergang, als de zonnepanelen niet meer werken, is dit een probleem. Zoals verleden jaar beloofd, gaan we hier dus een 2e watervat bij plaatsen, zodat de capaciteit verdubbelt. Maar ze vragen ook een extra toren, omwille van de uitbreiding van het dorp. De westkant strekt zich uit tot op 2 km van de toren hier. We beloven niets, maar alvorens te denken over het plaatsen van een bijkomende installatie, moet de nood eerst in kaart gebracht worden om de werkelijke nood te kunnen inschatten. Ze spreken van in totaal een 2.500 compounds, wat ons wel heel veel lijkt.

Ik geef een korte speech, waarin ik niet nalaat de vrouw te betrekken (tot groot jolijt van alle vrouwen, maar minder van de mannen) die verleden jaar het hardste van haar oren had gemaakt en waarbij ik haar proficiat wens met haar energie en betrokkenheid, die zeker en vast mede tot dit resultaat heeft geleid. Ook benadruk ik dat we onder de indruk zijn van de mentaliteitswijziging die we nu zien in vergelijking tot vorig jaar. Met Dirk en Hedwig intussen al overeengekomen dat de uitbreiding van de installatie er zal komen, wat ik natuurlijk met plezier met iedereen deel, waarna nog meer vreugde!

Om af te sluiten krijgen we een maaltijd aangeboden op zijn Gambiaans. Allemaal rond een grote kom en met onze vingers eten. Als je dat niet gewoon bent, ook niet zo evident. Een beetje later geven ze ons een lepel, net iets eenvoudiger.

Fuffor Village

Fuffor is het dorp waar we verleden jaar een nieuwe school hebben gebouwd, in plaats van in Mandinaba. En waar we in 2023 een waterinstallatie hebben geplaatst. Weer een dorp in volle expansie. Als we erdoor rijden stellen we inderdaad vast dat ze er volop aan het bouwen zijn, meer dan wat we elders gezien hebben. En de reden is simpel: de grond is hier gratis en er is een waterinstallatie met zuiver water en 15 kranen verspreid over het dorp, twee belangrijke bijkomende reden om naar Fuffor te verhuizen.

Eerste wat we vaststellen is dat er een zonnepaneel kapot is. We geven de boodschap dat dit snel hersteld moet worden, en dat we verwachten dat het dorp de kosten hiervan draagt. Maar het is Lamin die per ongeluk iets laten vallen heeft op het paneel. Kosten zijn daarom ook voor ons. Op mijn vraag waarom de herstelling niet gebeurd is, antwoorden Omar en Lamin dat de installatie voldoende energie geeft met drie panelen. Verkeerde insteek. We maken hen duidelijk dat we bepaalde kwaliteitsnormen nastreven, dat we ook verwachten van de dorpen dat ze de installaties perfect onderhouden (wat in Fuffor ook het geval is), en dat dit ook inhoudt dat we zelf het voorbeeld geven. Het kapotte zonnepaneel moet daarom door ons hersteld worden.

Intussen heeft het dorp al een tweede community garden in gebruik. Het is grond behorend tot een compound, die dit ter beschikking heeft gesteld van de gemeenschap. Fuffor is mooi voorbeeld van een dorp die initiatieven neemt. Zo zijn ze overeengekomen dat iedereen moest meehelpen om de omheining rond de tuinen te plaatsen: per compound moesten ze aan 5 palen geraken en deze ook plaatsen, en iedereen moest 200 dalasi (2,7 euro) betalen, zodat ze de draad konden kopen. Wat hier ook nuttig zou zijn, zijn waterreservoirs die ze extra kunnen vullen om hun tuinen te irrigeren na zonsondergang. Hier ontstaat ook het idee om op onze waterreservoirs van 10 000 liter op de toren een overloop te voorzien om reservoirs op de grond te vullen als er overschot is. Nu wordt dit terug naar de bron afgevoerd, eerder dan reservoirs te vullen, zodat ze na zonsondergang water hebben voor de gemeenschapstuin. Doelstelling moet zijn om het opgepompte water in eerste instantie te voorzien als drinkwater en voor die taken waar zuiver water voor nodig is (koken bvb.), en pas als er overschot is hiermee de reservoirs voor de tuin vullen. De overloop moet dus bovenaan het vat zitten. Eveneens na te gaan of we onze torens niet nog hoger kunnen bouwen, zodat we extra leidingen en kranen kunnen plaatsen, over een grotere afstand. Kostprijs?    

20250129
De nieuwe school in Fuffor

Dan is het tijd om naar de school te gaan die Gammol in 2024 gebouwd heeft. En ik moet eerlijk zeggen, we zijn alle drie onder de indruk. Misschien zullen ze extra hun best gedaan hebben omdat wij kwamen, maar uit alles blijkt dat ze hier heel zorgzaam mee omgaan. Het schooltje is gebouwd op een stuk braakliggende zandgrond, maar alle klassen zijn proper. Elke zondag staat de community ervoor in dat de klassen gekuist worden. Wat we zien in de leraarskamer is indrukwekkend, en hebben we in geen enkele andere school al gezien: een muur die volhangt met de lessenroosters, wat er moet gebeuren ter voorbereiding, de leerplannen die ze opvolgen, de proeven die ze afnemen en de resultaten, een code of conduct zowel voor de leerlingen als de leraars… dit lijkt allemaal evident, maar in Gambië is het dat niet. En misschien moeilijk te begrijpen als je de fierheid en de blijdschap niet zelf ziet en hoort van de leerkrachten, maar ik word er emotioneel van. Dit is mede een van de redenen waarom we dit doen, bedenk ik bij mezelf. En dit is ook de boodschap die we hen geven: “you motivate us, to continue what we do”.  

Een minpuntje, al begrijpen we de reden waarom… Ze hebben 2 klassen opgeofferd voor de kinderen van de nursery school wat verderop, omdat die klassen in elkaar gestort zijn. Iets waar we ze verleden jaar voor gewaarschuwd hadden is ook daadwerkelijk gebeurd. Spijtig. Eigenlijk zijn er nu te weinig klassen, wat natuurlijk niet ideaal is. Een oplossing hiervoor is niet onmiddellijk bij de hand.

En dan is het tijd voor de dankwoorden. Maar toch net iets anders dan we gewoon zijn. Het welkom wordt door de kinderen gedaan: een grote groep van wel 50 kinderen zingt om Gammol te bedanken, waarna 4 kleuters een gedicht voordragen. Pakkend. Dan komen de traditionele dankwoorden door verschillende sprekers. En er wordt met superlatieven gestrooid. “Gammol heeft geschiedenis geschreven en heeft een plaats gekregen in het hart van de gemeenschap”. De council, de Alkalo, de Imam, de headmaster, een van de ouders, twee moeders, een VDC member, de chairman of the school committee… iedereen dankt Gammol op zijn manier. Maar naast de dankwoorden geven ze ons ook andere boodschappen mee, die ons vertrouwen geeft voor de toekomst:

  • We hebben beloofd om de tuin te omheinen, het is goed dat jullie dit komen controleren.
  • Dank voor de ideeën die we aanreiken die als resultaat hebben dat er nu nog meer initiatief wordt genomen.
  • Grootste probleem is het vinden van kwalitatieve leraren, maar we wensen Gammol hierin ook te betrekken.
  • Mits een bijdrage (naar eigen vermogen, wat in de realiteit dus beperkt is) dragen alle ouders bij tot het niveau van het onderwijs.
  • Het belang van het water wordt meermaals benadrukt, voor de kinderen, de huishoudens, de tuinen. En daarnaast het belang van onderwijs en gezondheidszorg.
  • Ze hebben dan ook al een opleiding van Mien en Liesbeth, onze verpleegsters van Leetulor, gekregen.

En dan komen de vragen:

  • Betaling van de leraren is moeilijk. “The community is kneeling down to ask support to Gammol”.
  • Zonnepanelen voor op het dak van de school om elektriciteit te hebben.
  • Omheinen van de school.
  • Watervoorziening in de school. Vraag hier is of we inderdaad geen kraan kunnen installeren in de school?
  • Meer water voor de tuinen, wat uitbreiding van de installatie betekent.
  • Een tweede waterinstallatie, omwille van de uitbreiding van het dorp.
  • Materiaal voor de school.
  • Een ‘health’ centrum.

Waarna een ‘interludium’ komt met vijf jonge leerlingen die dansen en zingen voor ons. Merkwaardig: het is zo'n 35 graden en we zien hier een man rondlopen in een dikke winterjas! 😊

Dirk sluit af door te zeggen dat we onder de indruk zijn van het welkom die we krijgen van de kinderen, met het zingen en dansen. En van de vele complimenten door de vele sprekers. We hebben kunnen bijdragen door het dorp van zuiver water te voorzien, een school te bouwen en Leetulor heeft een opleiding in wondverzorging gegeven. Maar we zitten ook met een wrang gevoel: met alles wat we al gedaan hebben en dan geconfronteerd worden met alsmaar ‘meer’, komt niet goed over. Gammol heeft een beperkt budget, en er zijn heel veel dorpen die ook nood hebben aan zuiver water. Waarbij Dirk de vraag stelt waarvoor we moeten kiezen: “zonnepanelen op het dak van de school of een waterinstallatie in een dorp die geen zuiver water heeft”? Het is wel duidelijk dat deze boodschap aankomt en zonder enige twijfel in zijn stem zegt de Alkalo dat een waterinstallatie in een dorp die geen zuiver water heeft natuurlijk voorrang krijgt. Hij excuseert zich door te vragen dat we niet gefrustreerd mogen zijn omwille van hun vraag naar meer. Dat dit is omdat ze zien wat de tussenkomst van Gammol allemaal teweeg heeft gebracht voor de community van Fuffor.

Dirk sluit af met onze verwachting te herhalen met betrekking tot de Gammol School Community, en wat dit kan bijdragen voor hun schooltje. Met de focus op opleiding, het opstellen van leerplannen en opvolgen van de resultaten. Hoe het delen van hun ervaring ook andere scholen kan helpen, met nadruk op wat we gezien hebben in hun leraarslokaal, die echt een voorbeeld is voor andere scholen.   

We sluiten af met een heel goed gevoel, langs beide kanten. De vrouwen van het dorp hebben voor ons terug gekookt, een feestmaaltijd, weeral uit één grote kom. Niettegenstaande we zeker al te laat gaan zijn voor onze volgende afspraak, kunnen we moeilijk anders dan dit te aanvaarden. We gaan naar de hut waar de vrouwen aan het koken zijn om zo weinig mogelijk tijd te verliezen. Leuke ervaring om te zien hoe ze koken, waarbij elke vrouw haar rol heeft. Na een dansje met de kokkinnen vertrekken we.

Kennis maken studenten

Voor we naar ons laatste afspraak gaan passeren we snel langs ons Gammol huis om Sterre, Julie en Dina welkom te heten, studenten van de Thomas Moore hogeschool die hier stage komen lopen de komende maanden.

Mama Afrika Lodge - afspraak Almamo Touray

Doelstelling van de vergadering met Almamo is om na te gaan welke de vervolgstappen in het rijstproject zouden kunnen zijn. En hoe we dit praktisch zien.

We blijven met veel vragen zitten na ons bezoek aan de rijstvelden in Janjanbureh. Ons objectief is “Rice for Gambia”, met als side effect het voordeel die de bevolking van Janjanbureh hierbij ook zal ondervinden. Waarbij we uitleggen aan Almamo hoe samenwerken een groot voordeel kan opleveren, ten opzichte van de werkwijze vandaag waar ieder zijn eigen lapje grond heeft. Almamo begrijpt dit wel, de uitdaging bestaat erin om de ‘plot’eigenaars daar hiervan te overtuigen.

Het is al laat als de vergadering erop zit. Almamo gaat dit verder uitwerken en met een voorstel komen. Beslissing wordt later genomen. Het slechte resultaat van de eerste test heeft ons heel wat geleerd. We zijn het erover eens dat we een tweede test moeten opzetten, maar onder veel striktere (ook financiële) voorwaarden.

2025 - Reisverslag 29 jan / 4 feb (deel 4)

Dirk Depoorter

Dinsdag 4 februari

20250129

Onze laatste dag alweer, maar terug goed gevuld. Ook de laatste ochtend dat we vroeg wakker gemaakt worden door de gebeden van een Imam die, ergens in de buurt, door de luidsprekers weerklinkt. Om 5 uur. Dat gaan we niet missen. Koffers gepakt, want na de laatste afspraak rijden we onmiddellijk door naar Banjul, de luchthaven.

Keba en Gibril Babucarr

Naar aanleiding van de issues die we verleden jaar hadden rond ons hoofdkwartier, waarbij twee partijen claimden dat zij eigenaar zijn van de grond waarop het Gammolhuis gebouwd is, hebben we terug een gesprek met beide partijen afzonderlijk. Eerst met de gebroeders Babucarr en daarna met de VDC van Sanyang.

Ik ga het ganse verhaal van verleden jaar niet over doen, maar de standpunten van beide partijen zijn na een jaar niet veranderd. Babucarrs voorouders hebben een stuk grond gekregen van de toenmalige Alkalo om zich in Sanyang te vestigen. Volgens de VDC  is het deel van die grond waar het Gammol huis op staat, terug naar het dorp gegaan. Dit is al zolang geleden dat het niet duidelijk is of er papieren zijn van de overeenkomst die indertijd is afgesloten. Probleem dus van eigendomsrecht, maar in Gambia betekent dit dikwijls het recht van de sterkste. Dit wil concreet zeggen dat de familie Babucarr én de centen niet heeft, én de Alkalo en dropsoudsten niet achter zich heeft, om naar een rechtbank te stappen en zich met succes te kunnen verdedigen. 

Op zich is het ook nooit een probleem geweest: ons hoofdkwartier is er al jaar en dag zonder issues. Probleem dat zich nu stelt is dat we moeten investeren om het huis leefbaar te houden voor Leetulor wondverzorging en voor de studenten die hier enkele maanden per jaar verblijven. En we wensen dit enkel te doen als we zeker zijn dat we daar kunnen blijven. Uiteindelijk zijn beide partijen akkoord dat we er blijven, maar ze claimen allebei dat zij het zijn die het akkoord moeten geven en niet de andere partij. Dit is ontspoord waardoor onze oplossing, waarbij we zeggen dat ze dan maar allebei hun akkoord moeten geven, niet aanvaard wordt. Pfff…

VDC Sanyang

20250129
Meeting met het VDC van Sanyang

Los van de discussie over het Gammolhuis, is het nodig nog een aantal afspraken vast te leggen met de VDC:

  • Duidelijkheid over de verschillende verantwoordelijkheden in Sanyang Garden. Gammol zal instaan voor het behoorlijk werken van de waterinstallaties, de VDC voor de rest. Concreet wil dit zeggen dat de VDC zorgt voor een deftig onderhoud van de installaties (onkruid en roest verwijderen, verven van de torens, reservoirs waterdicht maken) en de omgeving (zoals de omheining). Aan Omar om dit op te volgen.
  • Gammol School Community: we leggen nogmaals uit wat onze doelstelling is, gezien er twee van de Gammol-schooltjes in Sanyang liggen. Moeilijk om te weten wat we van de VDC mogen verwachten. Wat ik vaststel is dat er altijd met veel energie vergaderd wordt, maar als het puntje bij het paaltje komt er in de praktijk niet zoveel gebeurt. Daarom ook dat we wat de scholen betreft mensen aanspreken die er rechtstreeks veel meer betrokken bij zijn.

Daru Busumbala

20250129
De installatie van Darum Busumbala uit 2012 is dringend aan een update toe

We bezoeken een van de oudere installaties, gebouwd in 2012. En de oude Omar, die al jaar en dag de installatie onderhoudt staat ons op te wachten. We vliegen elkaar in de armen, wat een enthousiast weerzien. We weten dat de capaciteit van onze oude installatie te klein is en dat er te weinig kranen zijn om de noden die er zijn te lenigen. Vandaar ons bezoek, om na te gaan wat we hier kunnen of moeten doen. Ter plaatse stellen we vast dat het dak versleten is, de draagbalken gebroken zijn. En het dorp is aan het uitbreiden, net zoals zoveel andere dorpen waar zuiver water is. Nawec, het nationale water- en elektriciteitsbedrijf is hier gedeeltelijk aanwezig, maar een aansluiting kost 30 000 dalasi, los van de maandelijkse kost, onbetaalbaar voor de mensen daar.

Meer dan 100 compounds en groeiend, met een te kleine waterinstallatie (tank van 1 000 liter op 3  meter hoogte), betekent ruzie tot zelfs vechten voor water, zeker tijdens de Ramadan. Deze installatie moeten we mee in de planning nemen om te vervangen door een nieuwe, te bekijken of we hier 10 000 liter of 2 x 10 000 liter moeten voorzien? Dit is een dorp dat volgebouwd wordt, waardoor er spijtig genoeg geen plaats is voor een community garden. Dit is toch iets dat zou moeten nagekeken worden, om na te gaan welke mogelijkheden er hier zijn om iets extra te doen met het water als we hier een nieuwe installatie plaatsen. Hier wordt voor het water al een kleine contributie gevraagd aan de compounds. Een probleem waar ze mee te maken krijgen is dat er blijkbaar dieven van buiten het dorp kranen komen stelen.

Ismail Jack neemt Hedwig en mij mee naar een Islamitisch schooltje vlak bij de installatie. Triestig, maar ze roeien met de riemen die ze hebben. Telkens ze wat geld bijeen sparen of een gift links of rechts krijgen herstellen ze iets of zorgen ze voor een bank voor de leerlingen of kopen ze wat krijt. Er zijn geen toiletten, geen bord, geen aflsluiting van de ramen, … Dit laatste wil zeggen dat als het waait (en dat gebeurt al eens) de kinderen onder het stof/zand zitten met alle gezondheidsproblemen van dien. Er is geen geld voor een Engelse leerkracht. Kortom, niet evident. Ik leg uit dat de scholen die wij plaatsen Engelse scholen zijn, vanuit de kennis die we intussen hebben dat Engels in Gambia de basis is. Maar Ismail vraagt ons niets, hij bedankt ons omdat “we give life” met het water die we voorzien. Toch wel slikken.

Vlak voor we vertrekken komt de oude Omar ons zeggen dat we hem waarschijnlijk niet gaan terugzien. Vraagtekens bij ons??? Omar heeft vandaag speciaal een ‘bush’ taxi genomen om naar Daru Busumbala te komen. Hij is namelijk verjaagd uit het huis dat hij zelf gebouwd heeft, gedurende verschillende jaren. Verjaagd door een invloedrijk persoon, waartegen hij niets heeft kunnen inbrengen. Slik! Nogmaals. De problematiek van eigenaarschap van de gronden. Vaders van vaders die gronden geschonken hebben aan hun kinderen, die hetzelfde gedaan hebben aan hun kinderen, enz. Met als finaliteit de achter-achter-kleinkinderen die de gronden verkopen om centen te hebben. En niemand die nog weet wie eigenaar is van welk stuk grond. En als je dan wat invloed hebt, dan gebeurt er wat de oude Omar nu overkomen is. De ‘oude’ Omar was echt iemand die heel gedisciplineerd de waterinstallatie onderhouden heeft. Plichtsbewust, zonder hiervoor enige vergoeding te krijgen. Enkel de dank en respect van de dorpelingen, die beseffen hoe waardevol Omar’s werk is. Echt niet evident voor ons als je zo’n verhaal hoort, omdat je je machteloos voelt, wetende dat dit geen uitzondering is. We vragen aan ‘onze’ Omar om na te gaan of en wat we hieraan kunnen doen.

Abuko school

20250129
Het team van de Abuko Gammol school

Omar (nog een andere Omar, het schoolhoofd) en Pierre staan ons op te wachten. De school is al gedaan. We doen eerst een ronde van de school en stellen verschillende kleinere gebreken vast die moeten aangepakt worden:

  • De toiletdeur, de tegels en de pot van het toilet moeten hersteld worden.
  • De aanduiding en de missie van de school op de buitenmuur is overgeschilderd.
  • Tijdens het regenseizoen loopt de speelplaats onder water, water dat van de straat komt.
  • De enkele speeltuigen die er stonden zijn kapot.
  • Het leraarslokaal van Omar moet opgewaardeerd worden (zie Fuffor).
  • Het dak moet hersteld worden.
  • Sommige banken en burelen van de leraren zijn aan vervanging toe.
  • Er is dringend nood aan wat klasmateriaal: kleurkrijt, papier, pennen (rood, zwart, blauw), kwaliteitsverf.
  • De keuken wordt niet gebruikt omdat deze als materiaalkot wordt gebruikt, dikwijls met kapot materiaal. Zou terug in gebruik moeten genomen worden, zodat de kinderen een maaltijd kunnen krijgen.

Telkens als we naar Gambia komen wensen we de Gammol scholen te bezoeken. Puur in vergelijking met de laatst gebouwde schooltjes, hebben we Abuko toch wel wat verwaarloosd. Dit is de oudste school, en we hebben hier de voorbije jaren wel een en ander aangepast, maar nu moeten we dit grondiger doen. Een probleem is ook dat de school te klein is. Omar moet veel kinderen weigeren wegens een tekort aan plaats. Regel is “first come, first served”. Gezien de school ‘opgesloten’ zit tussen woningen, is hier niet onmiddellijk een oplossing voorhanden.  

De reden van ons bezoek was om van gedachten te wisselen over de Gammol School Community (GSC), maar het is duidelijk dat het vorige ook nodig was. Wat de GSC betreft vragen we aan Omar hoe hij de vergadering met de verschillende scholen ervaren heeft. Met één woord gezegd: moeilijk! Omwille van verschillende redenen: verschil in leeftijd van de leerlingen ifv de school, verschillend niveau van ervaring en onderwijs, gebrek aan standaardisatie en wijze van aanpak. Dit zijn natuurlijk net de redenen waarom we een GSC willen oprichten, zodat de scholen kunnen leren en delen van en met elkaar. Werken aan leerplannen voor elk studiejaar, die gedeeld kunnen worden. Idem met de proefwerken, week- en lesplanningen, hoe omgaan met afwezigheden, huiswerk, enz.

Tijdens de vergadering met alle scholen nam Ensa Sanyang, de chairman van de Fuffor school, het voortouw om een en ander op te nemen. En misschien kunnen we ook rekenen op Alieu Sanyang (geen familie van Ensa) als we in Faraba Sutu beslissen om een school te bouwen. Geduld en weten dat we hier nog veel energie gaan moeten insteken.

Wellingara

20250129
Wellingara nieuwe waterinstallatie

Ons laatste bezoek alvorens we naar de luchthaven rijden. Niet zo ver van de Abuko school. Als je op de kaart kijkt zie je dat dit eigenlijk 1 uitgerekte en volgebouwde regio is. Het is een  nieuwe waterinstallatie en de watertoren wordt goed onderhouden, al zijn ze wel heel zuinig geweest met de verf. Dit zou moeten overgedaan worden. Omar moet hiervoor verf voorzien.

We worden weer hartelijk ontvangen. Vroeger hadden ze water (van Nawec) tussen 4u en 6u ’s morgens, en dan nog… Wat maakte dat de vrouwen moesten opstaan om zeker te zijn dat ze aan water geraakten. Nu hebben ze de ganse dag proper water. Het heeft hun leven veranderd, het water heeft hen comfort gegeven. Maar… er is nood aan meer. Vandaag gebruiken zo’n 200 compounds het water van onze toren. De regio bestaat uit zo’n 1.000 compounds. En wij zijn de enige die drinkbaar water voorzien. Dat hier nood is aan meerdere pompen en installaties kunnen we wel begrijpen. Ze benadrukken ook dat ze goed georganiseerd zijn, waardoor hun installatie goed onderhouden wordt. Als er kapotte kranen zijn herstellen ze die zelf bvb. Ze zullen dat zeker ook doen bij een volgende installatie. We leggen hen uit dat we heel veel aanvragen krijgen en niets anders kunnen dan prioriteiten leggen. We maken geen beloftes.

En dan roept de Imam door de luidsprekers in het dorp, die hij gebruikt voor het gebed, dat wij in het dorp zijn. We weten niet goed wat hij omroept, maar binnen de kortste keren komen er heel wat vrouwen, mannen en kinderen naar de zaal waar we zitten om te tonen en te zeggen hoe dankbaar ze wel zijn met het zuiver water. De Imam verwoordt het als volgt: “In Islamic religion, someone who commits suicide goes to hell, but if you did, even then you would go to heaven”. Amai, we kunnen ons dan wel een en ander veroorloven, denk ik bij mezelf 😊. Onze Omar wordt eveneens in de bloemetjes gezet, als “a great, great man of his word”, iets wat we enkel maar kunnen beamen. Het is duidelijk dat hij ook het voorbije jaar weer een mooie stap vooruit heeft gezet. Het zelfvertrouwen groeit, hij neemt beslissingen, neemt de zaken op en doet er iets mee, er wordt naar hem geluisterd als hij iets zegt. En hij wordt heel erg gewaardeerd in alle dorpen waar we aanwezig zijn. Ze weten dat dit ons laatste stop is voor we vertrekken en zeggen dat ze gaan bidden voor een veilige terugreis.  

Banjul

Het is intussen 17.30 uur en “het vat is leeg”. Op naar de luchthaven, waar we samen met Omar en Lamin afronden. Met Omar spreken we af dat we de komende week een Teams doen om de lijst van ‘todo’s’ te overlopen en de prioriteiten te bepalen voor 2025. Aandachtspunt dat we bijkomend noteren: we zijn deze keer op een 17-tal plaatsen geweest. 17 van de 46 projecten waar we een project gerealiseerd hebben. Het is nodig een meerjarenplan te maken zodat we om de 3 à 4 jaar alles kunnen bezoeken, wetende dat er elk jaar tussen de 6 en 10 nieuwe projecten worden gerealiseerd.

We nemen afscheid van Omar en Lamin, altijd best emotioneel. “These guys are definitely in our hearts”.

Vertrek om 22.15 uur plaatselijke tijd, we gaan landen tegen 5 uur Belgische tijd…

Abaraka Baké: Heel erg (Baké) bedankt (Abaraka). Dat hebben we heel veel gehoord de voorbije dagen. Maar het is wederzijds. We realiseren in Gambia een en ander, maar we zijn ook dankbaar dat we dit kunnen doen, samen met de mensen ter plaatse en zonder de missionaris te willen uithangen!

Dirk Depoorter

België

Gammol vzw
Abdij Vlierbeek 3
B-3010 Kessel-Lo (Leuven)
BE0479.995.887

Gambia

GAMMOL NGO Office
Sanyang
The Gambia - West Africa

Contacteer ons

Gammol
info@gammol.be

Leetulor - wondverzorging
info@leetulor.be

Of bel ons ...  

Giften

Gammol
IBAN BE10 7330 1156 9504

Leetulor - wondverzorging
IBAN BE46 7310 0720 3536

Giften vanaf 40 euro zijn fiscaal aftrekbaar in België